foto: Lotte Baron
Weer een blog over voorlezen?
Deze week wil ik het ook met je hebben over voorlezen. Weer? Ja, weer. Maar luister even naar mijn waarom, om het daar wéér over te hebben. Vorige weekzijn officieel de Nationale Voorleesdagen begonnen. En het interessante daaraan vind ik niet dat we dan focussen op boeken, maar juist dat we focussen op voorlezen.
Voorlezen is een kunst op zich vind ik. Zacht lezen als het spannend wordt, grappig voorlezen, rijmend voorlezen met een bepaald ritme. Ik heb het allemaal heel, heel vaak gedaan. En nog steeds. Met name natuurlijk thuis, voor mijn vaste publiek, mijn vijf kinderen.
Veertien jaar lang voorlezen…
Mijn oudste zoon, Milo inmiddels bijna achttien, heb ik tot zijn veertiende voorgelezen. Ja, je leest het goed. Veer-tien-de. Het laatste boek dat we hem voorlazen (Mark, zijn vader en ik, rouleerden) was van Dumas: De drie musketiers. Moet je nagaan, gewoon een volwassen roman! Maar ook mooi om te zien wat je opbouwt als je je kind voorleest. Want ooit begon hij toch echt met kartonnen boekjes met één woord erin.
Even samen, even jij en ik
Ik heb door de jaren heen ontdekt wat de allergrootste kracht van voorlezen is. Maar voor ik je deze vertel wil ik je allereerst de andere twee krachten vertellen van voorlezen. De eerste is “het moment samen,” te cliché, ik weet het, maar o zo waar. Onze kinderen sloten hun dag af met een boekje samen. In een gezin van vijf kinderen is je moeder of vader voor jezelf hebben een luxe goed. En dat half uurtje dat je dan je ouder voor jezelf hebt is goud waard. Dat merkten we elke keer weer. En dat gold andersom ook: even één kind alleen, even een moment samen met zijn twee, zonder geklets en bemoeizucht van al die andere familieleden.
Olifant leest Giraf de brief die hij geschreven heeft aan ijsbeer voor. Illustratie uit Giraf schrijft!
Hoera! Een boek!
En de andere kracht is de liefde voor boeken, die enorm was bij onze kinderen. En nog steeds. Leest Milo nu inmiddels boeken over succesverhalen voor zichzelf, is Max bezig met haar zoveelste dikke pil door te werken en springt Lolo klassiek een gat in de lucht als hij een nieuw boek krijgt voor zijn verjaardag. We hebben het er met alle liefde in geduwd. En met resultaat.
Geheime wereld
Maar wat is dan die allergrootste kracht van voorlezen, die ik zie? De allergrootste kracht van voorlezen, voor mij, is de wereld die je creëert als je voorleest en waar je met zijn tweeën even samen bent. En niemand, niemand, niemand anders deel van uitmaakt. Het is de wereld van jou en je kind op dat moment. Het is even helemaal van de aarde af. En misschien klinkt dit te zweverig, maar ik merk het elke keer weer. De verhalen, die ze hebben voorgelezen gekregen zijn onderdeel geworden van hun jeugd. We zijn niet met ze naar verre landen geweest, niet bergen beklommen, niet grote verschrikkingen doorstaan (Thank God), maar door boeken zijn ze er allemaal geweest, hebben ze het allemaal beleefd. Verhalen hebben ze dat gegeven. Hebben ze de held laten zijn (Max en de Maximonsters), hebben ze intens verdriet laten ervaren (Charlottes web), hebben ze laten reizen door vreemde landen (de GVR), hebben ze laten lachen (De kat met de hoed) en nog zoveel meer.
Hoog waar het krikkelgras groeit, in de straat waar de wind gierend loeit (uit De Lorax)
In ons gezin zijn er stukken tekst, die onze kinderen kunnen declameren, zo vaak hebben ze ze gehoord. En wat ik er nog meer bijzonder aan vind; ze hebben voor elk een andere betekenis. Is voor de één ‘De geheime tuin,’ een verdrietig boek over een overleden moeder, is het voor de ander een betoverende wereld vol mooie planten en wonderlijke geheimen. En beschrijft de derde het juist als een boek vol helden en overwinningen. En het mooie is, ze hebben allemaal gelijk. Want boeken zijn van jou. Verhalen zijn van jou. Ze zijn geen eigendom van de schrijver, geen bezit. Ze zijn van diegene die ze te horen krijgt. Die vormt, creëert en beleeft. En als voorlezer mag je heel, heel even mee die magische wereld in.
Geniet met volle teugen van elk woord. Elke zin.
Geniet deze dagen dus van mooie verhalen. Lees ze voor. Aan iedereen die voorgelezen wil worden. En laten we er geen Voorleesdagen, maar Voorleesjaren van maken.
Kus, Marie-Louise