De boeken van Giraf vertellen de verhalen van Giraf en zijn drie allerbeste vrienden: Giraf, Krook, Zebra en Olifant. Alle vier zijn ze heel anders. Qua karakter en gedrag.
Ze zijn bedacht, met allerlei grote mensen en grappige kinderen in ons achterhoofd.
En ook van onszelf herkennen we aardig wat terug in de vier vrienden (en niet alleen de charmante karaktertrekjes…). Wie weet herken jij jezelf ook in je vier vrienden voor jou!
Giraf
Giraf heeft het meest ronde karakter, zoals dat zo mooi heet. Hij kan zowel lief zijn, als boos. Zowel dapper, als bang. En hij is ook diegene, die niet alles goed genoeg kan. Zo is hij het meeste zoals we allemaal zijn (of zijn geweest): aan het leren en ontwikkelen.
Hij ligt ons na aan het hart, omdat we veel van hem herkennen in onze kinderen. Zo is het idee om taart te bakken voor Zebra (Giraf viert feest), omdat zij zo van taart houdt en dan zelfs haar lievelingskleuren weten te gebruiken bij het versieren, wel iets wat we erg herkennen bij onze dochter Maxime, die ook zo attent kan zijn.
En het verwennen van Krook (Giraf en de krookeritis) herkennen we ook bij onze kinderen. Zo maken ze graag ontbijtjes op bed voor ons (wat een luxe leventje hè?).
Kortom, Giraf is een giraf waar we blij van worden.
Krook
Krook is een echte vriend. Een beetje lomp misschien, maar wel goudeerlijk en altijd daar om te helpen.
Krook is een heerlijke hapjeskrook; hij is dol op eten (in Giraf viert feest, propt hij zich lekker vol) en laat zich graag verwennen (in Giraf en de krookeritis, geniet hij enorm van de vertroetelingen van Giraf).
Zijn lievelingskleur is rood (vandaar zijn rode polo, van het bekende krokodillenmerk). Hij houdt van de zee, waar hij vlakbij woont en waar hij met zijn boot vaak op ronddobbert.
Krook is een levensgenieter.
Onze zoon Lolo kan ook zo van top tot teen van dingen genieten. En zich laten verwennen, wanneer hij nepziek is, is hem niet geheel onbekend. Maar ook veel van onze vrienden herkennen we in Krook: echte vrienden door dik en dun, waar je op terug kan vallen als je echt hulp nodig hebt. Zo is Krook.
Zebra
In de boeken van Giraf hoort natuurlijk ook een meisje. Eerst was Zebra dat niet. Het was een zebra met een korte broek aan. Een kleine wildebras. Maar al snel veranderde Zebra in een meisje. Een echt meisje, met een vrolijk rokje aan en strikje in haar haar. En een sterke, stoere inslag.
Want Zebra is een dappere meid, zoals de meeste meisjes zijn, die wij kennen. Ze is stoer en houdt van spannende dingen. Daarom is ze soms niet altijd zo goed in het meeleven met de ander (in Giraf en de krookertitis huppelt ze vrolijk weg bij de zieke Krook). Maar ze is wel diegene, die het meeste durft en daardoor zorgt dat Giraf af en toe net wat verder gaat, dan hij in eerste instantie wil. En zo de kans krijgt om te groeien. Ze is een meid, die op haar strepen staat (haha, zebra strepen). Doordat ze zo’n sterke meid is, is ze altijd een beetje het idool van onze dochters geweest. Wie wil niet door het leven huppelen en trots zijn op zichzelf?
Ze is de Pipi Langkous van ons boek. Zonder paard, zonder kist met goud, maar wel met een eigen boomhut en drie vrienden, waar ze elke dag plezier mee heeft.
Olifant
Het is logisch dat Olifant pas als laatste aan de beurt komt. Hij is rustig en kalm en wacht netjes zijn beurt af. Zelfs hier.
Hij is de meest wijze van allemaal. Hij is diegene, die inzicht heeft, die advies geeft en er is als het echt nodig is. Zo helpt hij Giraf in Giraf gaat slapen, als het nacht is en hij bang wordt. En hij is diegene, die Giraf het recept heeft gegeven voor de taart voor Zebra.
Olifant heeft een rugzak bij zich (hij heeft bagage, zoals ze dat tegenwoordig noemen). Hij heeft een huis vol boeken en houdt van tekenen. Hij is de rots in de branding.
Voor Marie-Louise doet Olifant denken aan haar overleden vader, waar ze ook altijd met vragen naartoe kon. Als niemand meer een antwoord had.
En dan speelt hij ook nog gitaar bij een kampvuurtje. Wat wil je nog meer?
Vier vrienden van ons, vier vrienden voor jou