Honden en kinderen moet je uitlaten.
Dat weet iedereen.
Zo ook Lolo. Deze meneer moet minstens één keer per dag even uitrennen. In een boom of klimrek klimmen, van wat muurtjes springen, een fort bouwen en soms even plassen in een struik bij gebrek aan wc (we noemden het niet voor niets uitlaten). Na zo’n uitrenuurtje kan hij blij weer mee naar huis. Lekker kalm en gedwee. Tot hij weer genoeg energie heeft opgebouwd en hij weer hoognodig in een speeltuin moet worden gedropt.
Als echte, sociale, liefdevolle ouders voorzien wij graag in die behoefte. Hij heeft dat nodig, wij geven het hem. Geen enkel eigenbelang. Pure barmhartigheid…
Ahum.
Want wij hebben lang geleden ontdekt dat als je je kind uitlaat, je een heel, heel mooi cadeau terugkrijgt: werktijd.
Ja, wij zijn slinks.
Nemen andere ouders gezellig een voetbal mee om een rondje met de kinderen te rennen over het veld of duwen ze hun kinderen uren lang bij het schommelen, wij knipogen af en toe naar Lolo, maar verzetten geen voet richting voetbalveld. Onze enige gedachte is: WERKEN!
Dus slepen we een picknickkleed mee en tassen vol boterhammen, fruit, drinken en pleisters (ervaring heet dat) mee. En verstoppen in diezelfde tassen onze laptop, tekenboeken, pennen, kleurpotloden en schrijfblokken.
Zo lijken we van die geweldige ouders, die heerlijk veel aandacht aan ons kind besteden.
Mooi. Want is Lolo na twee uurtjes uitgeteld van het rennen en klimmen en klaar om naar huis te gaan, hebben wij in diezelfde tijd gewerkt aan een nieuw visitekaartje en de planning voor de komende maand.
Hoera voor het nieuwe opvoeden! (O ja, de kwaliteit van het filmwerk laat enigszins te wensen over, voornamelijk mijn verantwoordelijkheid, dus sorry, het woord dat ik vaak gebruik, maar in deze zeer van toepassing is, dus: sorry voor het filmpje: KIJKEN!).
Geef een reactie