prentenboek maken Het aquareleren van het eiland van giraf

Een prentenboek maken, deel 2: de illustraties

 

Dan komt, voor ons, de tweede fase van een prentenboek maken: de illustraties.

We beginnen het liefste met het schetsen van de hoofdpersonen van het boek.
Bij het eerste boek van Giraf begonnen we dus met Giraf. En een Giraf kun je op zoveel verschillende manieren tekenen…

Er wordt dus heel, heel veel geschetst. Dus had Giraf ooit een brilletje. En een dasje.
Maar uiteindelijk heb je dan een Giraf, die voor je gevoel, overeenkomt met het karakter dat je Giraf hebt gegeven in het verhaal.
En dan komt Krook. Wilde, gekke, hapjesgrage Krook.

En Zebra. Een stoere dame, met een voorkeur voor paars.

En als laatste Olifant. Een wijze Olifant, met meer kennis, dus een rugzak.

 

de eerste schets van girafde eerste schets van giraf in inkt

eerste schets van pad uit het boek van OdePad uit het boek van Ode

de verschillende  emoties van Olifantde verschillende emoties van Olifant

Hieronder onze vlog over prentenboek maken, waarin we een workshop geven aan een enthousiaste groep kinderen die met zijn allen een prentenboek maken

Nadat we de hoofdpersonen hebben is er nog heel veel te bepalen. Want bij de boeken van Giraf heeft iedereen zijn eigen huis nodig. Een vuurtoren voor Giraf. Een boomhut voor spring-in-'t-veld Zebra, een strandhuisje voor Krook en een boerderij voor Olifant. En ook het eiland waar ze wonen, moet bedacht en geschetst worden.

Zo zijn de basis-onderdelen van Giraf klaar.

schets van het huis van Dikkebillenmonsterontwerpen van het huis van 'Het Dikkebillenmonster'

schets van de de boomhut schets van de boomhut van Zebra

Dan komt de volgende fase van een prentenboek maken: het storyboard.
Het aantal bladzijden voor een boek staan vaak al wat meer vast. Bij de Giraf-serie zijn dat er 32. Dat betekent 16 dubbele pagina’s (bij Giraf maken we spreads: dubbele pagina’s met één illustratie erop).
Omdat elke pagina een deel van het verhaal vertelt, moeten we veel laten zien in een afbeelding, zonder dat het teveel wordt. Je kiest dus een “hoogtepunt” uit, dat je laat zien in een tekening.
Om dat makkelijker te maken voor onszelf, knippen we eerst het verhaal in 16 stukjes tekst.
En maken we kleine schetsen van deze 16 stukjes.

storyboard Ode, versie 4storyboard 'Een cadeau van Ode' versie 3

dummie Dikkebillenmonster
dummie db2
dummie db3

De uitgewerkte tekeningen 1:1 tekeningen van 'Grandioso Marveloso!'

de eerste tekeningen voor giraf en de krookeritisde eerste tekeningen van Giraf deel 4

Een illustratie moet, voor ons, aan een aantal voorwaarden voldoen: het moet helder zijn wat je ziet, het mag best grappig zijn, of er mogen grapjes in zitten en we willen graag dat het een mooi beeld is, om naar te kijken.
Als het storyboard klopt, als er dus 16 heldere schetsen zijn, die we spannend genoeg vinden om het verhaal te vertellen, gaan we ze op 100% grootte maken. Eerst met potlood, dan (bij de serie van Giraf) met aquarel en dan gevolgd door een inktlijn.
In een illustratie zitten altijd wat “saaiere” stukken. Dit zijn effen gedeeltes of lichtere stukken, waar de tekst het beste uitkomt.

Het maken van de aquarellen

aquareleren van 'Giraf en de krookeritis'

het uitwerken van de illustraties in aquarel aquareleren van 'Giraf leert fietsen'

Het illustreren van MG!uitwerken van de illustraties in kleur 

Als de illustraties af zijn en de tekst is honderd keer nagekeken op spelfouten (oké ietsje overdreven, maar zo voelt het op een gegeven moment wel), gaat het boek naar de drukker. Waar het nog één keertje gecontroleerd wordt, zodat de kleuren zo dicht mogelijk bij het origineel zitten. En dan eindelijk, eindelijk, eindelijk is het boek klaar.
Een prentenboek maken kost gemiddeld zo’n half jaar. Van de allereerste gedachte over het verhaal, tot de allerlaatste controle bij de drukker.

Maar dan heb je ook wat... Toch?  

drukvel van de kaft van Giraf en de krookeritisdrukvel 'Giraf en de krookeritis'

drukproeven GM! 1drukproeven 'Grandioso Marveloso!'